De cyberaanval op de windmolens op windpark Oude Maas vormde geen gevaar voor de energievoorziening van ons land. De aanval had betrekking op een IT-applicatie van Nordex, een toeleverancier van het windpark. Hij was niet gericht op de hardware waarmee de windmolens worden aangestuurd. Dat schrijft minister van Klimaat en Energie Rob Jetten in een brief aan de Tweede Kamer (pdf).
Europese windenergiesector
Afgelopen maart en april kreeg de Europese windenergiesector te maken met een reeks digitale aanvallen. Hackers slaagden erin om belangrijke IT-systemen inklaar te maken, waardoor windmolens niet op afstand konden worden bediend. Drie toeleveranciers van onderdelen voor windmolens in Duitsland werden door deze aanvallen getroffen.
Eén van die partijen was Nordex, een bedrijf dat meehelpt bij de ontwikkeling van windpark Oude Maas bij Heinenoord. Door de cyberaanval op de Duitse leverancier van windturbines, die weigerde losgeld te betalen aan de daders, stonden de windmolens op het windpark maandenlang noodgedwongen stil.
Projectleider Ronald Kloet betreurde dat. “Net toen we klaar waren om de molens te installeren kwam de hack. Jammer, want dat is toch gemiste groene energieopbrengst. En onzekerheid, want niemand wist wat er ging gebeuren”, zo zei hij over de kwestie.
Schriftelijk vragen aan minister
Voor Joost Eerdmans van JA21 was dit reden om schriftelijk vragen te stellen aan minister Jetten. Hij vroeg onder meer hoeveel pogingen er afgelopen jaar zijn ondernomen om systemen en netwerken van Nederlandse windmolens te saboteren. “In hoeveel gevallen waren deze cyberaanvallen succesvol en was er daadwerkelijk sprake van hacks door ransomware zoals bij het windpark Oude Maas?” Tot slot wilde het Kamerlid van de minister weten wat het kabinet eraan doet om herhaling in de toekomst te voorkomen.
De minister van Klimaat en Energie heeft de vragen van Eerdmans beantwoord. Allereerst corrigeert hij het Tweede Kamerlid. Van de vijf windmolens hadden er twee stormschade opgelopen. “Deze stormschade staat los van de digitale aanval op de windmolenleverancier Nordex van april dit jaar”, zo schrijft minister Jetten. De resterende drie windmolens konden niet proefdraaien vanwege de problemen die de Duitse toeleverancier ervoer als gevolg van de cyberaanval.
Ter geruststelling benadrukt de minister dat de aanval geen impact had op de hardware om de windmolens te besturen. “Er is dus geen sprake van een directe succesvolle cyberaanval op windpark Oude Maas, Nordex is slechts een toeleverancier van het windpark”, aldus minister Jetten.
De minister schrijft verder dat er geen overzicht bestaat van het aantal cyberaanvallen -of pogingen daartoe- op specifieke sectoren. Zodoende kan Jetten dus geen antwoord geven op de vraag hoeveel aanvallen er het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden op Nederlandse windmolens.
Kans maatschappelijke ontwrichting groot
Verder citeert minister Jetten uit het begin juli gepubliceerde rapport Cybersecuritybeeld Nederland 2022. Daarin schreven de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) dat de kans op maatschappelijke ontwrichting groot is. Dat is te wijten aan de scheefgroei in veiligheidsmaatregelen om de digitale weerbaarheid van onze samenleving te vergroten. “De weerbaarheid in Nederland is nog niet voldoende op niveau. Digitale risico’s nemen nog geen structurele plaats in het bredere risicomanagement in en een samenhangende aanpak is nodig”, zo staat er in het rapport.
De minister benadrukt in zijn brief aan de Tweede Kamer dat Aanbieders van Essentiële Diensten (AED’s) wettelijk verplicht zijn om “incidenten met aanzienlijke gevolgen voor de dienstverlening” te melden bij het Agentschap Telecom (AT) of het NCSC. Zij kunnen AED’s informeren, adviseren en bijstand verlenen als er zich een digitale dreiging voordoet. “Het staat bedrijven echter altijd vrij om voor vragen op het gebied van cybersecurity contact op te nemen met de Rijksoverheid”, aldus Jetten.
Tot slot benadrukt de minister dat er in Brussel momenteel wordt gewerkt aan de Netcode on Cybersecurity, een aanvullend pakket aan maatregelen op de reeds bestaande Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni).
Bron: tweedekamer.nl, vpngids.nl
Meer cybercrime nieuws
Inzicht krijgen hoe cybercriminelen te werk gaan
Cybercriminelen volgen graag de weg van de minste weerstand. Ze hacken als het ware de psyche van hun slachtoffers. Ze maken gebruik van publiek toegankelijke informatie (sociale media, OSINT) en ogenschijnlijk onschuldige interacties om slachtoffer profielen samen te stellen.
Britse instanties doelwit cyberaanvallen in een poging vaccin geheimen te stelen
Britse wetenschappelijke instellingen en universiteiten die zich bezighouden met de bestrijding van het coronavirus, zijn massaal het doelwit van Iraanse en Russische cybercriminelen. Hackers voeren cyberaanvallen uit op deze instanties om data te vinden over corona vaccins. Tot op heden is nog geen enkele aanval succesvol gebleken.
Coronacrime "De criminaliteit daalt, maar cybercrime stijgt fors."
Theo van der Plas, programmadirecteur Digitalisering en Cybercrime van de Nationale Politie, ziet een opvallende stijging van het aantal aangiften van WhatsApp-fraude en oplichting met phishing-mails. "De criminaliteit daalt, maar cybercrime stijgt fors."
Criminele economie profiteert van coronacrisis: flinke toename van cybercrime
Tienduizenden nepwebsites met medisch materiaal, phishing-mails en DDoS-aanvallen. Cybercriminelen spinnen garen bij de coronacrisis. "Ik ben 1240 euro kwijtgeraakt. Naar nieuwe mondkapjes zoek ik niet meer online."
Enquête openbare Wi-Fi
In onze samenleving maken mensen steeds meer gebruik van het internet voor diverse doeleinden. Het internet maakt ons leven op sommige gebieden makkelijker, bijvoorbeeld doordat je bankzaken online kunt regelen en doordat je makkelijk sociale contacten kunt maken en onderhouden. Helaas zitten er ook negatieve kanten aan de ontwikkeling van de mogelijkheden van het internet. Zo kan het gebruik van internet leiden tot cybercrime en slachtofferschap van online delicten. Om cybercrime en slachtofferschap te verminderen worden vanuit verschillende hoeken maatregelen getroffen om online veiligheid van internetgebruikers te verbeteren.
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het slachtoffer geworden van cybercriminelen
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het slachtoffer geworden van cybercriminelen. Sinds de uitbraak van het COVID-19-virus is het aantal cyberaanvallen vervijfvoudigd. Afgelopen week lekten er duizenden e-mailadressen en wachtwoorden van de organisatie online. Alle geïnfecteerde computersystemen worden momenteel gemigreerd naar een meer beveiligde omgeving.