
De 'Cyber Security Raad (CSR)' wil versneld incidentinformatie met het bedrijfsleven en burgers delen. In de ogen van de raad is dit ‘een van de belangrijkste instrumenten’ om de cyberweerbaarheid van de samenleving te verhogen. De CSR adviseert minister Grapperhaus om te onderzoeken of het Landelijk Dekkend Stelsel (LDS) van informatieknooppunten via een ‘spoedreparatie’ sneller kan worden doorgevoerd.
Delen informatie cyberdreigingen
Begin februari schreef minister Grapperhaus een brief aan de Tweede Kamer (bijlage 2) over het delen van informatie bij cyberdreigingen. Daarin schreef hij dat een optimale uitwisseling van informatie over digitale dreigingen, kwetsbaarheden en incidenten tussen de overheid, vitale en niet-vitale organisaties van groot belang is.
Om dit doel te bereiken, werkt de minister aan een Landelijk Dekkend Stelsel (LDS). Dit is een platform waar informatie over cyberdreigingen kan worden uitgewisseld tussen de Rijksoverheid, commerciële bedrijven en organisaties die in de vitale infrastructuur werkzaam zijn. Omdat het LDS een relatief jong onderdeel van de Nederlandse cybersecurityaanpak is, is het stelsel nog volop in aanbouw.
Minister Grapperhaus heeft de Tweede Kamer toegezegd te onderzoeken of ‘de ingezette koers’ de juiste is, of dat er ‘gerichte aanpassingen’ nodig zijn.
Actie ondernemen op korte termijn
De Cyber Security Raad ondersteunt het voorstel van de minister, maar vindt dat er ook op korte termijn actie ondernomen moet worden. De raad vermoedt dat het zeker twee jaar duurt voordat de wetswijziging die de bewindsman voor ogen heeft geïmplementeerd kan worden. Dat vindt de CSR te lang duren.
In plaats van enkele jaren te wachten totdat het wetgevingsproces helemaal doorlopen is, verstrekt de CSR een advies aan minister Grapperhaus. De raad komt met het voorstel om te onderzoeken of de beoogde wetswijziging via een ‘spoedreparatie’ sneller kan worden ingevoerd. “Gezien de urgentie van de vorming van het LDS is de raad verder van oordeel dat niet kan worden gewacht met het delen van de incident informatie met de OKTT’s totdat de gehele wetswijzigingsprocedure doorlopen is. Er is alle aanleiding de Wbni [Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, red.] toe te passen zoals deze is bedoeld.”
‘OKTT’ staat voor Organisaties die Kenbaar Tot Taak. Dat zijn schakelorganisaties die andere partijen kunnen waarschuwen als er sprake is van een cyberdreiging of -incident. Je kunt OKTT’s beschouwen als een soort van tussenpersoon of stapping stone.
De CSR wil dat minister Grapperhaus nu al toestemming verleent om incidentinformatie met deze instanties te delen. “Dit komt ten goede aan de bescherming van de belangen van de duizenden bedrijven, organisaties en burgers die nu niet geïnformeerd worden, terwijl de overheid wel informatie heeft dat zij slachtoffer of kwetsbaar zijn”, aldus de raad.
Bug VPN-software
De inspanningen van minister Grapperhaus om de cyberweerbaarheid en informatiepositie van de Rijksoverheid, de markt en het maatschappelijk middenveld te vergroten, begonnen afgelopen jaar. Door een bug in de VPN-software van Pulse Secure wist een hacker de gebruikersnamen en wachtwoorden van meer dan 900 Nederlandse bedrijven te achterhalen. Deze plaatste hij online, waardoor cybercriminelen volledige toegang kregen tot servers en bedrijfsnetwerken.
Beveiligingsdeskundige Matthijs Koot ontdekte dit en meldde het bij het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Die kon op zijn beurt niets doen vanwege de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, of kortweg Wbni. Deze wet bepaalt dat het NCSC alleen de Rijksoverheid en bedrijven uit de vitale sector (zoals financiële instellingen en telecombedrijven) over ransomware-aanvallen en andere cyberdreigingen mag informeren.
“Er liggen nu allerlei wachtwoorden van medewerkers op straat, terwijl dat voorkomen had kunnen worden”, aldus Koot vorig jaar augustus. “Als hackers bijvoorbeeld gijzelsoftware installeren, kan dat ook een niet-vitaal bedrijf grote schade toebrengen. Niet-vitale bedrijven leveren geregeld diensten aan de vitale sector en kunnen zo alsnog vitale bedrijven besmetten.”
Bijlage 2
Bron: tweedekamer.nl, cybersecurityraad.nl, vpngids.nl
Meer info over ‘cybercriminaliteit’?
Tips of verdachte activiteiten gezien? Meld het hier of anoniem.
Cybercriminaliteit gerelateerde berichten
Meeste politieke partijen negeren cybersecurity in verkiezingsprogramma's voor waterschapsverkiezingen
Click here or click 'CHOOSE YOUR LANGUAGE' and then choose your language using Google's translation bar at the top of this page ↑
"Ouders aansprakelijk voor schade door cybercrime"
Click here or click 'CHOOSE YOUR LANGUAGE' and then choose your language using Google's translation bar at the top of this page ↑
Een daling van het aantal aangiften betekent niet een daling van digitale criminaliteit
Het aantal aangiften van online criminaliteit daalde in 2022 met 28 procent. In totaal registreerde de politie het afgelopen jaar 13.949 gevallen van cybercrime. De cijfers vertellen echter niet het hele verhaal: de schade en impact zijn nog altijd onverminderd groot. Daarom blijft de politie vol inzetten op preventie, verstoring en opsporing.
Cybercrime verdrievoudigd sinds 2019 blijkt uit de misdaadcijfers van 2022
Klassieke vormen van misdaad stegen in 2022 met zo’n 7 procent in vergelijking met het jaar ervoor. Het aandeel cybercriminaliteit steeg nog harder: in vergelijking met 2019 lag het aantal meldingen van online oplichting en fraude drie keer zo hoog. Dat laat zien dat de stijging blijvend is. Dat blijkt uit de misdaadcijfers van afgelopen jaar.
Cybercriminelen beginnen ChatGPT te gebruiken
Eind november 2022 bracht OpenAI 'ChatGPT' uit. De nieuwe interface voor het 'Large Language Model (LLM)', die meteen veel belangstelling wekte voor AI en de potentiële toepassingen ervan. ChatGPT droeg echter ook bij aan het moderne cyber dreigingslandschap, omdat al snel duidelijk werd dat het genereren van code minder vaardige cybercriminelen kon helpen bij het eenvoudig uitvoeren van cyberaanvallen.
“We moeten de taken in cyberspace verdelen”
Als het in de gemeente fout gaat op het vlak van cybersecurity en persoonsgegevens op straat belanden, kijken we direct de burgemeester aan. Eigenlijk is het vreemd dat we de verantwoordelijkheid voor de digitale veiligheid van de gemeente bij de burgemeester neerleggen. Het is beter om de taken en verantwoordelijkheden in cyberspace op strategisch niveau te verdelen.