Deze podcast is AI-gegeneerd. (Engels)

Digitale dreiging
In de huidige digitale wereld zijn socialmediaplatformen een onmisbaar onderdeel van het dagelijks leven geworden. Vooral onder jongeren is het gebruik van apps als Snapchat enorm populair, omdat zij hiermee snel foto’s, video’s en berichten kunnen delen die daarna weer verdwijnen. Deze ‘tijdelijkheid’ wekt een gevoel van veiligheid en anonimiteit, maar vormt tegelijkertijd een broedplaats voor criminele activiteiten zoals afpersing. Jongeren in Amsterdam-Zuid zijn de afgelopen weken herhaaldelijk het slachtoffer geworden van afpersers die via Snapchat contact zoeken. Inmiddels zijn er ook signalen dat deze praktijken zich verspreiden naar Amsterdam-Oost en West, wat erop wijst dat deze vorm van cybercriminaliteit zich als een olievlek uitbreidt.
Criminelen doen zich in veel gevallen voor als onbekenden die beweren dat een jongere zogenaamd “tot last” is geweest. Vervolgens eisen zij een boete van enkele honderden euro’s, met de dreiging dat de jongere of diens naaste omgeving anders iets zal worden aangedaan. De dreigementen zijn vaak expliciet: er wordt gesproken over fysiek geweld, het achterhalen van woonadressen of zelfs het lastigvallen van familieleden. De toon is intimiderend, en dit veroorzaakt bij jongeren begrijpelijkerwijs grote angst. Een opvallend detail is dat de afpersers niet alleen dreigen, maar soms ook “korting” geven op de boete als het slachtoffer namen van andere jongeren doorgeeft. Door deze ronselmethode breidt het netwerk van criminelen zich snel uit, omdat slachtoffers de druk voelen om anderen te verraden om zo zichzelf te sparen.
Deze situatie laat zien hoe kwetsbaar jongeren kunnen zijn in online omgevingen. Ze zijn vaak actief op meerdere kanalen, accepteren vriendschapsverzoeken zonder teveel na te denken en delen soms persoonlijke gegevens. Snapchat, met zijn vluchtige content en schijnbare anonimiteit, lijkt in eerste instantie onschuldig. Maar wanneer criminelen de functies van de app voor kwade doeleinden inzetten, raken jongeren in een web van bedreiging en angst verstrikt. De politie in Amsterdam heeft de zaak in onderzoek en roept jongeren op om zich te melden als zij slachtoffer zijn geworden. De bereidheid van slachtoffers om aangifte te doen is echter niet altijd groot, onder andere vanwege schaamte of de vrees dat familie of medestudenten in gevaar komen.
Toch is het besef dat je niet de enige bent essentieel om dit probleem te bestrijden. Jongeren die worden afgeperst, zijn vaak niet de eerste of enige slachtoffers. Criminelen maken gebruik van psychologische druk en verzinnen uiteenlopende strategieën om mensen tot betaling te dwingen. De ervaring leert dat dit soort praktijken alleen effectiever kan worden bestreden als slachtoffers zich uitspreken. De politie kan beter in kaart brengen hoe de afpersing werkt en welke netwerken erachter zitten als zij toegang heeft tot voldoende informatie en bewijsmateriaal. De melding van één persoon kan bovendien voorkomen dat anderen in dezelfde val lopen.
Daders, methode en tactiek
De tactiek van de daders is erop gericht om slachtoffers te overrompelen en ze direct in een staat van paniek of verwarring te brengen. Dit begint vaak met een bericht via Snapchat dat totaal onverwacht binnenkomt. De afperser claimt bijvoorbeeld dat het slachtoffer geld verschuldigd is omdat hij of zij zogenaamd overlast heeft veroorzaakt. De precieze beschuldiging is vaak vaag, maar door de dreigende toon en expliciete bewoordingen wordt het slachtoffer direct in de verdediging gedwongen. De hoogte van de zogenaamde boete kan variëren van enkele tientallen tot een paar honderd euro. Dat is een bedrag dat voor de meeste jongeren hoog genoeg is om schrik aan te jagen, maar nog net binnen het bereik ligt van wat sommigen eventueel zouden kunnen regelen door snel geld te lenen of te sparen.
Betaalt het slachtoffer niet binnen de gestelde termijn, dan volgen er nieuwe, grimmiger berichten. De afperser dreigt vaker met geweld, en geeft mogelijk persoonlijke details prijs die hij heeft achterhaald via publieke sociale profielen. Zo kunnen de namen van familieleden, de school of zelfs het adres van het slachtoffer worden genoemd. Hierdoor neemt de angst bij het slachtoffer aanzienlijk toe. De daders maken gebruik van de wetenschap dat jongeren gevoeliger zijn voor groepsdruk, sociale status en de bescherming van hun naasten. Deze psychologische component vergroot de effectiviteit van de afpersing.
Wat deze situatie nog ernstiger maakt, is de zogenaamde ‘kortingdeal’. Daders bieden slachtoffers een lagere boete als zij de namen of accounts van andere potentiële slachtoffers doorgeven. Hiermee creëren zij een kring van wederzijdse wantrouwen onder jongeren. Wie betaalt niet alleen zichzelf vrij, maar verkoopt mogelijk ook anderen aan de afpersers. Dit ondermijnt vriendschappen en zorgt ervoor dat slachtoffers zich extra schamen en geïsoleerd raken. Veel jongeren lopen met die dubbele last rond: ze voelen zich enerzijds bedreigd en schuldig omdat ze misschien anderen hebben aangebracht.
Snapchat vergroot de complexiteit doordat berichten normaal gesproken slechts kort zichtbaar zijn. Hoewel je een screenshot kunt maken, krijgt de afzender daar meteen een melding van, wat de kans op escalatie vergroot. De politie raadt aan om met een tweede toestel foto’s te maken van de gesprekken, inclusief tijd en datum, zodat je bewijsmateriaal hebt zonder dat de afperser hier direct van op de hoogte is. Het is verstandig ook de gebruikersnaam en profielfoto van de verdachte vast te leggen. Daarna kan het gesprek worden geblokkeerd of verwijderd. Het is echter cruciaal deze informatie niet eerst weg te gooien, want zonder bewijs is het lastiger om de daders op te sporen of te vervolgen.
In het onderzoek naar deze afpersingen probeert de recherche patronen te ontdekken. Welke accounts worden gebruikt? Welke betaalmethoden worden geëist? Hoe ver reiken de netwerken achter deze afpersers? Dat er meerdere meldingen komen uit Amsterdam-Zuid, -Oost en -West is verontrustend, maar wijst ook op een mogelijk wijdverspreid netwerk. Samenwerking met verschillende politiebureaus en specialisten is daarom noodzakelijk. Jongeren die zich melden, dragen bij aan een beter beeld van de werkwijze, waardoor de daders hopelijk sneller kunnen worden opgespoord.
Grote sociale druk en schaamte
Een cruciale factor in deze kwestie is de psychologische druk die jongeren ervaren. De dreigementen gaan niet alleen over fysiek geweld, maar raken ook aan sociale aspecten en reputatie. Jongeren willen voorkomen dat vrienden, familie of medestudenten doelwit worden van chantage, of dat er in hun directe omgeving tumult ontstaat. Daarnaast speelt schaamte een grote rol. Niemand wil openlijk toegeven dat hij of zij is afgeperst, laat staan dat iemand andere namen heeft doorgegeven in een paniekerige poging zichzelf te beschermen.
Deze schaamte werkt verlammend. Jongeren zijn bang voor het oordeel van leeftijdsgenoten, maar ook voor dat van volwassenen. Wat als hun ouders vinden dat ze nalatig of naïef zijn geweest? Of als vrienden zich van hen afkeren omdat ze, al dan niet gedwongen, informatie over anderen hebben prijsgegeven? Tegelijkertijd is er angst dat de afperser wraak neemt zodra hij merkt dat het slachtoffer niet langer meewerkt. Een derde drempel is de perceptie dat aangifte doen misschien niet helpt of de zaken alleen maar erger maakt. Dit alles leidt ertoe dat veel slachtoffers zwijgen en proberen het zelf op te lossen, wat de situatie vaak verergert.
Om de vicieuze cirkel van angst en schaamte te doorbreken, is openheid nodig. Slachtoffers moeten zich realiseren dat zij niet alleen staan. De politie benadrukt dat jongeren altijd contact kunnen opnemen, zelfs als ze twijfelen of bang zijn voor represailles. Er zijn verschillende opties om aangifte te doen, waaronder het doen van aangifte onder een ander adres dan het woonadres van het slachtoffer. Ook kunnen slachtoffers anoniem tips doorgeven via de bekende telefoonnummers, of in gesprek gaan met een vertrouwenspersoon op school.
Het delen van ervaringen is van grote waarde. Jongeren die de moed hebben gehad om zich uit te spreken, kunnen anderen helpen inzien dat deze vorm van afpersing een wijdverbreid probleem is, waar geen enkele schaamte over hoeft te bestaan. Met steun van familie, vrienden en professionals zoals docenten of jeugdhulpverleners, kan de druk op het slachtoffer worden verlicht. Samen nadenken over oplossingen en strategieën kan de angst wegnemen en het gevoel van machteloosheid verminderen. Uiteindelijk is het doel om het speelveld voor de afpersers zo klein mogelijk te maken.
Zorgen voor bewustzijn en preventie
Het is van groot belang dat jongeren, ouders, scholen en andere betrokkenen zich bewuster worden van de risico’s die sociale media met zich meebrengen. Hoewel Snapchat, Instagram en TikTok voor velen een onschuldig onderdeel van het dagelijks leven lijken, bieden deze platforms criminelen een aantrekkelijke omgeving om relatief onopgemerkt hun slag te slaan. Preventie begint met voorlichting: als jongeren beter begrijpen hoe afpersers te werk gaan, zijn ze minder snel geneigd om zomaar in een val te trappen. Denk hierbij aan tips zoals:
- Stel je Snapchat-account in op ‘privé’ en accepteer niet zomaar alle vriendschapsverzoeken.
- Deel zo min mogelijk persoonlijke informatie online, zoals je woonplaats, school of telefoonnummers.
- Wees alert bij verdachte berichten of oproepen. Krijg je ineens een bericht van iemand die je geld vraagt of een onduidelijk verhaal ophangt? Blokkeer en rapporteer dit account en bespreek het met een volwassene of vriend.
- Neem de tijd om na te denken voordat je reageert op dreigementen. Angst kan je ertoe brengen om ondoordachte beslissingen te nemen, maar het is vrijwel altijd beter om geen geld te betalen of namen door te geven.
- Mocht je daadwerkelijk bedreigende berichten ontvangen, maak dan met een tweede toestel foto’s van het gesprek. Hierop dienen de datum en het tijdstip duidelijk te zien zijn, evenals de gebruikersnaam van de afzender. Maak ook een foto van de profielfoto van de verdachte.
Scholen kunnen een rol spelen door regelmatig voorlichting te geven over cybercriminaliteit. Workshops of gastlessen over veilig internetgebruik en het herkennen van online bedreigingen kunnen een wereld van verschil maken. Leerlingen leren hoe ze zichzelf kunnen beschermen, waar ze hulp kunnen zoeken en dat ze niet alleen staan als er iets misgaat. In een open cultuur durven jongeren eerder toe te geven dat ze ergens mee worstelen, waardoor problemen sneller aan het licht komen.
Ouders kunnen de dialoog met hun kinderen aangaan zonder direct te oordelen. Als jongeren voelen dat ze niet worden veroordeeld of beschaamd, zullen ze eerder geneigd zijn om problemen te delen. Zeker in het geval van afpersing is het cruciaal dat ouders of verzorgers op de hoogte zijn, zodat ze samen een plan van aanpak kunnen maken en eventueel contact kunnen opnemen met de politie. Preventie is niet alleen een zaak van de individuele jongere, maar een samenspel van ouders, scholen, vrienden en instanties die samenwerken aan een veilige digitale omgeving.
Samen sterk: melden en maatregelen
De laatste stap in het doorbreken van deze afpersingsketen is het stimuleren van meldingen en het nemen van gepaste maatregelen. De politie roept slachtoffers expliciet op om zich te melden, ook als er (nog) twijfels zijn. Elk gesprek dat wordt vastgelegd, elke getuigenis en elk detail over de gebruikte accounts en betalingsverzoeken kan de recherche helpen om de daders te identificeren. Hiermee wordt niet alleen het slachtoffer zelf geholpen, maar kunnen ook anderen worden behoed voor een vergelijkbaar scenario. Bovendien kan de politie meedenken over praktische stappen om de veiligheid van de jongere en diens omgeving te waarborgen.
Het is belangrijk te beseffen dat je nooit verplicht bent om geld te betalen of namen van andere jongeren door te geven. Hoewel de druk van de afperser enorm kan zijn, is toegeven slechts een tijdelijke oplossing en blijf je kwetsbaar voor verdere chantage. Het blokkeren van het account, na het veiligstellen van bewijsmateriaal, is een belangrijke stap om jezelf af te schermen. Vertel vervolgens wat er is gebeurd aan iemand die je vertrouwt. Dat kan een ouder, een vriend, een docent of een mentor op school zijn. Zij kunnen je emotioneel steunen en samen met jou bekijken wat de beste vervolgstap is.
Ook omstanders kunnen een verschil maken. Wie merkt dat een vriend of klasgenoot zich terugtrekt of ongewoon angstig is, kan vragen hoe het gaat en discreet doorverwijzen naar hulp. Soms helpt het al om gewoon even te luisteren, zodat de ander zich minder alleen voelt. Scholen kunnen in crisissituaties contact opnemen met de politie of wijkagent. Daarnaast kunnen jeugdwerkers, hulpverleners en andere professionals een rol spelen door advies en opvang te bieden. Wanneer de hele gemeenschap – van ouders en leerlingen tot politie en scholen – samenwerkt en informatie deelt, verkleint dat de speelruimte voor afpersers aanzienlijk.
Tot slot is het cruciaal dat we met zijn allen blijven hameren op bewustwording. Aandacht voor cybercriminaliteit hoort een vast onderdeel te zijn van onze digitale opvoeding, zodat jongeren voorbereid zijn op de risico’s die zij online kunnen tegenkomen. Door herhaaldelijk te benadrukken waar je op moet letten, hoe je veilig kunt handelen en vooral dat je niet alleen staat, vergroten we de weerbaarheid. Op die manier kunnen we samen deze vorm van digitale afpersing tegengaan en zorgen voor een veiliger online klimaat waarin jongeren zich vrij voelen om te communiceren zonder bang te hoeven zijn voor misbruik.
Ontdek meer over cybercrime en het darkweb in onze uitgebreide bibliotheek. Voor een gestructureerd overzicht van relevante onderwerpen kun je terecht op onze onderwerpenpagina, waar je een alfabetisch gerangschikte lijst vindt.
Bron: politie